Catalogusgegevens
In 1894 richtten Rossel, Gautier en Wehrlé het bedrijf "Rossel, Gautier & Wehrlé" op in Parijs in een voormalige fabriek voor paardenkoetsen voor de productie van rijtuigen die het merk "Gautier-Wehrlé" zouden dragen. De eerste "Gautier-Wehrlé"-voertuigen waren door stoom aangedreven prototypen. In 1897 verliet het bedrijf deze energie voor de verbrandingsmotor. Het bedrijf wordt de "Continental Automobile Company". De "Gautier-Wehrlé"-auto's waren licht en gemakkelijk te hanteren en werden aangedreven door horizontaal tegenover elkaar geplaatste 2-cilindermotoren die centraal onder het chassis waren geplaatst. De carrosserieën waren verkrijgbaar in de versies Cab, Landau en Phaéton. In 1898 bood het gamma verschillende modellen aan, waaronder een 2-zits model uitgerust met een eencilindermotor genaamd "Mignonnette" met vermogens tussen 5 en 12 pk en een 2-motorig model cilinders . Eveneens in 1898 presenteerde de "Société Continentale d'Automobiles", naast de productie van fietsen en driewielers op benzine, een auto met een elektromotor. De productie stopte in 1900. Tussen 1898 en 1900 werden in België auto's "Gautier-Wehrlé" met verbrandingsmotoren geproduceerd onder licentie van de firma "Linon".
Deze tekst is automatisch vertaald uit het Frans
Klik hier voor de oorspronkelijke tekst