Catalogusgegevens

LastDodo nummer
4747521
Rubriek
Ansichtkaarten
Titel
Ursulinen Klooster.Tekenzaal. Pensionnat des Religieuses Ursulines-Salle Peinture
Straatnaam
Provincie / Streek
Jaar
1929
Reeks
Nummer (op) kaart
11
Ontwerper
Uitgever als op kaart
Uitgever algemene naam
Afmetingen
13,5 x 8,8 cm
Bijzonderheden
Poststempel A348 Hamont 25 maart 1929 geadresseerd naar den haag , holland (nederland) Postzegel 5O Centiemen, Belgie N° 285 uitgifte 1929 Het Ursulinenklooster is een voormalig klooster en onderwijscomplex van de Zusters Ursulinen. Het bevindt zich aan de Kloosterstraat te Hamont. De zusters zijn van 1839-2012 aanwezig geweest. Het klooster, ook bekend onder de naam Stalleken van Bethlehem, werd gesticht vanuit het Ursulinenklooster te Tildonk. In 1838 werd de eerste steen ervoor gelegd en in 1839 trokken de zusters erin. Er werd een internaat opgezet, en in 1843 opende een lagere meisjesschool, voor een deel ook externaat. In 1849 werd de definitieve kapel ingezegend. Hierna zijn diverse schoolgebouwen, een bakkerij en een washuis gebouwd, terwijl in 1861 een kleuterschool werd geopend. In 1860 volgde een zondagshuishoudschool voor oudere meisjes en volwassenen. In 1883 werd een Lourdesgrot aangebracht en in 1900 een Calvarieberg. Door sterke uitbreiding werd omstreeks 1900 het oude complex afgebroken en door een nieuw klooster vervangen. In 1911 opende een huishoudschool, in 1913 werd de eerste steen voor een nieuwe kapel gelegd naar ontwerp van Pierre Cuypers, welke in 1919 werd ingewijd. In 1920 werd een leerwerkhuis voor meisjes geopend, feitelijk een beroepsopleiding voor kleding. Het klooster had aanzienlijk te lijden onder de Duitse bezetter, waarbij het van 4-6 september 1944 geplunderd werd bij de aftocht van dezen. Na de bevrijding diende het klooster nog enige tijd tot hospitaal voor de Engelsen, en in maart 1945 kwam het klooster weer in handen van de zusters. In 1950 werd een jongensinternaat geopend en in 1951 kwam er een gymnasium en moderne humaniora, doch in 1956 ging dit naar Overpelt. In hetzelfde jaar werd het klooster door brand zwaar beschadigd, maar de kapel bleef gespaard. Een groot deel van het klooster en de onderwijsgebouwen moest worden gesloopt en werd herbouwd. Aldus ontstond het Instituut Maria Middelares. Dit fuseerde in 1983 met het Salvatorcollege op 't Lo. I Eind juni 2012 verlaten de laatste twee zusters ursulinen definitief hun klooster in Hamont. Omwille van gezondheidsredenen nam onlangs zuster Leonarda noodgedwongen haar intrek in de residentie in Herk-de-Stad. Nu volgen zuster Stanislas en Irena. Met pijn in het hart verlaten zij hun Hamonts huis. Heel hun leven lang hebben zij zich voor hun gemeenschap ingezet. Zuster Leonarda, zuster Stanislas en zuster Irena Van de drie laatste zusters ursulinen zijn er twee, zuster Leonarda en Stanislas, die in Hamont ingetreden zijn en er meer dan 65 jaar verbleven hebben. Zuster Irena is enkele jaren geleden vanuit het klooster van Overpelt overgekomen. Zij was er als onderwijzeres aangesteld in de eerste graad van het Technisch Onderwijs voor de vakken Nederlands en godsdienst. Enkele weken geleden reeds vertrok zuster Leonarda (uit Someren afkomstig), 87 jaar, van Hamont naar Herk-de-Stad. Zij trad in 1947 in het klooster en heeft er altijd ingestaan voor het onderhoud. Ondanks een zwaar ongeval door elektrocutie, heeft zij moedig en vol zelfopoffering haar taak steeds in de beste omstandigheden vervuld. Ook zuster Stanislas (uit Overpelt-Fabriek afkomstig), 85 jaar, die reeds in 1944 in het klooster intrad, stond in voor het onderhoud van het grote kloostercomplex. Later hield ze ook toezicht in het pensionaat en onder zuster Elisabeth werd ze ‘assistante’. De drie zusters waren echte en voorbeeldige religieuzen. Lange traditie voor het lokale onderwijs De Hamontse deken Meuwissen kreeg in 1839, na lang aandringen bij de stichter van de nieuwe kloosterorde van de zusters ursulinen in Tildonk, de goedkeuring om een ursulinenklooster in Hamont op te richten. Omdat de voorbereidingen niet snel genoeg konden worden afgewerkt, werd er in 1837 een eerste vestiging in Maaseik gerealiseerd. Maar Hamont volgde twee jaar nadien dit voorbeeld. Onmiddellijk startten de zusters met de inrichting van een pensionaat voor meisjes. In 1844 werd de lagere school voor meisjes opgericht, gevolgd door de bewaarschool voor jongens en meisjes in 1861. In 1920 werd het onderwijsaanbod vervolledigd met de vakschool die tot 1983 in het complex van het ursulinenklooster actief bleef. Daarna greep de fusie met het Salvatorcollege (Hamont-Lo) plaats. Hamont is niet alleen het oudste bestaande ursulinenklooster van Limburg; het is tevens het klooster dat 173 jaar onafgebroken dienstbaar was voor onderwijs en parochie, een niet te evenaren ‘record’. Internationale allure Dankzij de vele Britse, Duitse en Nederlandse pensionaires die in Hamont een cyclus van drie jaar degelijke opvoeding en etiquette volgden en mede door de goede treinverbinding die sedert 1879 met Hamont werd gerealiseerd, zorgde dit ursulinenklooster ervoor dat Hamont internationale bekendheid kreeg. Door de ruime buitenlandse belangstelling werd rond 1900 het klooster indrukwekkend groot en stevig uitgebouwd en werd in 1913, net voor het uitbreken van WO I, de prachtige neogotische kapel naar de plannen van de absolute grootmeester van de neogotiek, Pierre Cuypers, gebouwd. Het klooster was tijdens WO I en WO II het toneel van heldhaftige gebeurtenissen: in de eerste wereldoorlog werd het klooster een steunpunt voor spionage waardoor de overste in zware moeilijkheden terecht kwam. In WO II werd het klooster volledig ingepalmd door de Duitse bezetter en werd het op het einde van die oorlog slachtoffer van een extreme plundering door de lokale bevolking. Toch was een vernietigende brand in 1956 de ergste ramp die het klooster mocht meemaken. Alleen de kapel bleef overeind. Niettemin bleven de zusters zich voluit inzetten voor hun roeping: opvoeding en onderwijs voor de kleuters, lagere schoolkinderen en opgroeiende meisjes. Dit verdient alle lof en respect! De betekenis van de zusters ursulinen, vanaf 1839 tot vandaag, kan niet overschat worden. Alle Hamontse moeders passeerden hier de kleuterschool, de lagere school en velen ook nog de vakschool of het pensionaat. Zij houden er veelal goede herinneringen over aan de zusters die hun leven opofferden met als doel opvoeding en onderwijs. Hamont is een Vlaamse stad behorend tot de gemeente Hamont-Achel in het noorden van de provincie Limburg. Tot 1977 vormde zij een zelfstandige gemeente waarna zij met buurgemeente Achel fuseerde tot een nieuwe gemeente. In 1257 werd Hamont voor het eerst vermeld. De naam kan zijn afgeleid van Haag-Mont dat omheinde beboste helling betekent, ofwel van Hameide dat omheinde plaats betekent. Archeologisch onderzoek heeft grafheuvels uit de bronstijd blootgelegd. Ook zijn er overblijfselen uit de Romeinse tijd, waaronder een muntschat, gevonden. Het gebied van Hamont, Achel en Sint-Huibrechts-Lille behoorde in de vroege middeleeuwen tot het kapittel van de Sint-Servaaskerk in Maastricht. Dit blijkt uit een document van 1139. Sedert 1275 kwam het domein geleidelijk onder invloed van de heren van Boxtel die voogd van het kapittel waren. Dit leidde tot het ontstaan van de vrije heerlijkheid Grevenbroek waar Hamont deel van uitmaakte. Hamont had hierin een speciaal statuut. Begin 14e eeuw had het al een stedelijk karakter en de welvaart nam toe toen in 1307 handeldrijvende Lombarden zich in het stadje vestigden. In de tweede helft van de 14e eeuw werd een omwalling aangelegd met twee stadspoorten erin: een op Budel en een op het Kasteel Grevenbroek. Aan de noordzijde verrees een kleine bakstenen burcht waarvan de fundamenten in 1994 werden blootgelegd. In 1388 verrees een hospitaal met kapel en omstreeks deze tijd kreeg Hamont beperkte stadsrechten. Een gewapend conflict in 1401 leidde er toe dat Grevenbroek, en ook Hamont, onder invloed van het prinsbisdom Luik kwam. Het speciaal statuut werd afgeschaft. In 1468 vond een strafexpeditie plaats door Karel de Stoute aangezien het prinsbisdom Luik in oorlog met hem is geweest. In 1493 woedde er een stadsbrand. In 1585 kocht het prinsbisdom ook de overige rechten van de heerlijkheid en werd Grevenbroek de facto afgeschaft. Hamont was een zogenoemde goede stede van het Graafschap Loon. Ondertussen was een tijd aangebroken waarin oorlogen, epidemieën en stadsbranden de economie verwoestten. In 1595 vond er te Hamont een tragische heksenverbranding plaats: de 'heks' Griet en haar dochter kwamen om op de brandstapel. In 1599 en 1600 werd de stad geteisterd door Spaanse troepen en in 1642 door Hessische troepen. Ook werd Hamont in 1648 een grensgemeente, waaraan een douanepaal uit 1662 op Budels gebied nog herinnert. Pas in de 18e eeuw vond weer een opbloei plaats, mede door de teutenhandel. De teuten zorgden voor een aantal statige huizen waarvan enkele nog steeds bestaan. In 1756 woedde er weer een grote stadsbrand, waarna huizen met de kopse kant naar de markt werden gebouwd. In 1782 kreeg Hamont van de Luikse prins-bisschop toestemming en de nodige gelden om een perron op te richten die tegelijkertijd als waterpomp en schandpaal fungeerde. Deze pomp werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog vanwege gevechtshandelingen in 1944 door Britse militairen vernield en in 1989 gereconstrueerd. Overigens raakte Hamont in 1796 zijn stadsrechten kwijt. De Belgische opstand richtte in 1830 schade aan, maar daarna kwam er een opleving. Zo werd in 1844 het Kempens Kanaal gegraven en in 1869 begon men met de aanleg van de IJzeren Rijn, zodat er in 1879 ook een spoorwegstation kwam. In 1836 vestigden de Ursulinen zich in Hamont, waar ze onderwijs verzorgden. De Augustinessen of Zwarte Zusters volgden in 1889. Zij wijdden zich onder meer aan bejaardenzorg. In 1902 kwamen de Salvatorianen naar 't Lo, en zij stichtten er een college. In de 19e eeuw kwam er industrie in de vorm van steenbakkerijen, sigarenfabrieken en leerlooierijen en in 1853 een wasblekerij die uitgroeide tot een belangrijke kaarsenfabriek, de firma Spaas, die tegenwoordig nog steeds bestaat en 220 werknemers heeft. De Eerste Wereldoorlog bracht de aanleg van de Draad met zich mee. In 1915 werd het gebied van Achel-Hamont aldus afgesloten van de rest van België doordat deze afscheiding ten zuiden van de dorpen kwam. In 1916 kwam de draad daadwerkelijk langs de grens te lopen en werd het gebied afgegrendeld van Nederland. Op 18 november 1918, een week na de wapenstilstand, vloog een Duitse munitietrein op het volle emplacement in brand en ontplofte. Volgens berichten werden 1000 Duitse soldaten in de munitietrein en een in de buurt geparkeerde Rode Kruistrein gedood of ernstig gewond. Als door een wonder vielen geen burgerslachtoffers. Wel was de schade in heel Hamont groot. Zie ook het hoofdartikel: Ramp van Hamont. In 1977 werd Hamont met Achel samengevoegd tot de fusiegemeente Hamont-Achel, welke in 1985 werd verheven tot stad.