Catalogusgegevens

LastDodo nummer
3739305
Rubriek
Boeken
Titel
Robert Campin
Ondertitel
De meester van Flemalle
Boekenreeks
Nummer in boekenreeks
Nummertoevoeging
Serie / held
Oorspronkelijke titel
Vertaler
Illustrator
Jaar
1969
Soort
Druk
Eerste druk
Aantal bladzijden
387
Oplage
Afmetingen
25,0 x 33,0 cm
ISBN10
90-6153-365-1
ISBN13
Barcode / EAN / UPC
Taal / dialect
Land van uitgifte
Bijzonderheden
Boek met veel kleurenillustraties, groot formaat. Zijn leven Campin, Robert (ca. 1378 - Doornik 26 april 1444), Henegouws schilder, was vanaf 1406 werkzaam te Doornik, waar hij eerst in 1410 als poorter werd vermeld en waar hij als stadsschilder tal van opdrachten, meestal van decoratieve aard, uitvoerde. Behalve wellicht één muurschildering, is geen enkel werk bekend waarvan het auteurschap van Campin aan de hand van documenten kan worden bewezen. Volgens Doornikse archiefstukken gingen in 1427 bij hem in de leer 'Rogelet de le Pasture', die meestal met Rogier van der Weyden wordt vereenzelvigd, en Jacques Daret. Van Daret kent men enkele panelen (in musea te Berlijn, Parijs en Lugano) van een altaarstuk, geschilderd voor de abdij van St.-Vaast bij Atrecht. Zij zijn stilistisch zeer verwant zowel met sommige werken van Rogier van der Weyden als met een aantal panelen die aan de Meester van Flémalle worden toegeschreven. Aangezien Daret leerling was van Campin, wordt deze laatste op grond van die verwantschap op aannemelijke wijze vereenzelvigd met de Meester van Flémalle. Deze wordt aldus genoemd naar twee grote panelen, waarschijnlijk uit Flémalle afkomstig: Maria met Kind en De Heilige Veronica (met op de rugzijde De Heilige Drie-eenheid), beide in het Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt. Tot de voornaamste andere werken die op stilistische gronden aan dezelfde kunstenaar worden toegeschreven, behoren het beroemde 'Merode-triptiek', met als centraal paneel De annunciatie (Metropolitan Museum of Art, The Cloisters, New York), verder De geboorte van Christus (Musée des Beaux-Arts, Dijon). Een vroeg werk, De graflegging, bevindt zich in de verzameling Graaf Seilern, Londen. Tot zijn laatste periode wordt een altaarstuk gerekend, 1438 gedateerd (Prado, Madrid), dat voor Heinrich Werl werd geschilderd en dat het dichtst de kunst van Rogier van der Weyden benadert. De stijl van Robert Campin of de Meester van Flémalle vormt de overgang tussen de zgn. internationale stijl van de laatste decennia van de 14de eeuw en het zgn. realisme van de Nederlandse meesters van de 15de eeuw. Plastische vormgeving en monumentaliteit zijn hoofdkenmerken van zijn kunst, die 'primitiever' aandoet dan die van Jan van Eyck, al hebben beiden omstreeks dezelfde tijd gewerkt. De identificatie van de Meester van Flémalle met Robert Campin wordt niet door alle kunsthistorici aanvaard. Sommigen, zoals Max J. Friedländer, beschouwen de aan de Meester van Flémalle toegeschreven werken als jeugdwerken van Rogier van der Weyden. Hierover werd in de jaren dertig heftig gepolemiseerd tussen Emile Renders, die deze laatste theorie voorstond, en Leo van Puyvelde, die in de Meester van Flémalle een aparte en oudere kunstenaar zag. Vele andere kunsthistorici hebben hun aandacht gewijd aan dit probleem. De identificatie van het werk van de Meester van Flémalle met de jonge Rogier van der Weyden kent echter sinds de jaren zestig minder aanhangers.