Dr. Abraham Geiger - Handgeschreven brief [06] 

• 1872 
• 6 
• Brief, Judaïca 
• Duitsland 

2815325

Overig

Dr. Abraham Geiger - Handgeschreven brief [06]

6

1872

14.1 x 22.6

1 brief (enkel vel 1-zijdig beschreven met op achterzijde briefhoofd) uit een reeks van 16 door Abraham Geiger met de hand geschreven brieven tussen 1863 en 1874, waarvan op 2 brieven zijn eigen briefhoofd: Dr. Abr. Geiger, Rabbiner, Berlin, en op 1 brief zijn ingeperste initialen. Plus 4 vellen met handschrift: 3 vellen in steno. 1 vel met aanwijzingen voor de verdeling (?) van (een deel?) van zijn bezittingen. Plus een brievenmap uit die tijd met daarop geborduurde initialen, in matige staat. Aan de binnenzijde 2 opbergvakken voor brieven. De staat waarin ze verkeren: gezien de leeftijd heel netjes: vouwen, vouwtjes, kleine scheurtjes.(zie foto's). Abraham Geiger (1810-1874): Dr. Abr. Geiger was een van de belangrijkste exponenten van de hervorming van het jodendom; Als auteur (zeer veel boeken en publicaties op zijn naam) , historicus en criticus, was hij een van de pioniers van de wetenschap van het Jodendom ("Wissenschaft des Judentums"). Hij was redacteur van Joodse wetenschappelijke uitgaven en tevens leraar aan de Berlin Hochschule (nu Lehranstalt) für die Wissenschaft des Judentums. Dr. Abraham Geiger werd Rabbi in Breslau. In Breslau richtte hij een school op voor religieuze studies en een groep voor studie van Hebreeuwse filologie. Hij was een van de meest actieve deelnemers in de Synodes gehouden door de hervormingsgezinde rabbijnen in Frankfort (1845) en Breslau (1846). Aangezien het doel van het hedendaagse Judaïsme was om te leven volgens een levensstijl, die heiligheid moest brengen in de moderne wereld, een wereld van wetenschap en waarheid; alle verouderde rabbijnse wetgeving moest de test van rede, moraal en moderniteit doorstaan. Als een handeling een Jood losmaakte uit de moderne, seculiere wereld, dan was het voor een Jood een religieuze plicht om er afstand van te nemen. Geiger geloofde dat de hele joodse traditie een evolutionair proces was. Hij zag dat elke generatie van Joden praktisch handelen ontwikkelde waarin de eeuwige ethische wetten, die inherent zijn aan het jodendom, werden uitgedrukt.