Vorig jaar al ontdekt, maar nu pas bekend gemaakt: van de stuivers 1952, 1954 en 1957 bestaan twee verschillende varianten, die duidelijk met het blote oog zijn te onderscheiden, maar die nog niet zijn gepubliceerd in numismatische tijdschriften en catalogi.
Van 1952 tot en met 1957 hebben de meeste stuivers een gebroken eerste E in NEDERLANDEN. Daarvoor en daarna hebben stuivers een hele E, terwijl in de jaren 1952 en 1957 varianten met hele of gebroken E voorkomen (beide ongeveer evenveel). De stuivers van 1958 en later hebben ook weer een hele E.
Het lijkt alsof er in die jaren gewerkt is met een hoofdstempel met een E waarin een stukje metaal in de onderste "poot" ontbrak. Daardoor heeft op de werkstempels deze E een stukje metaal extra. Op de munten zelf lijkt het daardoor weer, alsog er een stukje van de onderste poot mist (gebroken E). Het lijkt er daarbij op, dat in de loop van 1952 de fout erin geslopen is (slijtage hoofdstempel na de grote aantallen stuivers van 1950 en 1951?). Blijkbaar is in de loop van 1957 een nieuwe hoofdstempel in gebruik genomen, want vanaf 1958 komt de gebroken E niet meer voor.
In 1954 zouden daarom theoretisch alleen stuivers met "gebroken E" moeten voorkomen. Echter, in een klein aantal gevallen heeft de stuiver 1954 een hele E. Dit mag gerust een opmerkelijke variant genoemd worden. Wellicht heeft men toen reeds een nieuwe hoofdstempel in gebruik willen nemen (en tijdelijk gedaan), maar is dit verder om onbekende reden uitgesteld tot 1957.
Voor de jaren 1952, 1954 en 1957 kunnen daarom twee varianten gecatalogiseerd worden: een met hele en een met gebroken eerste "E" in NEDERLANDEN. Ik ben benieuwd of in de muntalmanak deze variant in 2014 (2013 lukt niet meer) zal worden opgenomen.
Discovered last year, but only now announced: there are two different variants of the 1952, 1954 and 1957 stuivers, which can clearly be distinguished with the naked eye, but which have not yet been published in numismatic magazines and catalogues.
From 1952 to 1957 most stuivers have a broken first E in the NETHERLANDS. Before and after that, nickels have a whole E, while in the years 1952 and 1957 there are variants with a whole or broken E (both about the same number). The nickels from 1958 and later also have a whole E.
It seems that in those years a main stamp with an E was used in which a piece of metal was missing in the lower "leg". As a result, this E has an extra piece of metal on the working stamps. On the coins themselves it therefore looks like a piece of the lower leg is missing (broken E). It seems that in the course of 1952 the error crept in (wear of the main stamp after the large numbers of stuivers in 1950 and 1951?). Apparently a new main stamp was put into use in the course of 1957, because from 1958 the broken E no longer occurs.
In 1954, therefore, theoretically only pennies with "broken E" should occur. However, in a small number of cases the penny 1954 has a whole E. This can safely be called a remarkable variant. Perhaps they already wanted to use a new main cancel (and temporarily did so), but this was further postponed to 1957 for unknown reasons.
Two variants can therefore be cataloged for the years 1952, 1954 and 1957: one with a whole and one with a broken first "E" in the NETHERLANDS. I wonder if this variant will be included in the coin almanac in 2014 (2013 is no longer possible).