Dargaud is een Franse uitgeverij van stripboeken met vestigingen in Parijs, Brussel en Marcinelle (een voorstad van Charleroi). De uitgeverij is thans eigendom van het Frans-Belgische media concern Média-Participations. Lees verder
De uitgeverij werd in 1936 opgericht door Georges Dargaud (geboren op 27 april 1911 in Parijs) en gaf in eerste instantie vooral damesromans en -magazines (als bekendste ‘A tout cœur’ en ‘La Mode du tricot’ (in 1951 hernoemt als ‘Le Chic de Paris’)) uit. In 1943 waagde hij zich voor het eerst aan strips door het maandblad Allo les Jeunes! uit te geven. Zonder succes echter want na 5 nummers verdween het weer! In 1946 probeerde hij het opnieuw door het weekblad Bob et Bobette (naar de personages van Loÿs Pétillot uit 1930, en niet die van W. Vandersteen!) op de markt te brengen, maar ook dit liedje eindigde in 1948. Eveneens in 1948, en twee jaar later dan de originele versie, begon hij ook de Franse versie van het Belgische Tintin uit te geven (met een andere nummering tijdens de eerste jaren: opnieuw nummer 1 voor de Belgische per nieuw jaar en doorlopend voor de Franse). Dit na een toevallige ontmoeting tussen Georges Dargaud en Raymond Leblanc, zo snel en ondernemend was hij!
In 1955 begon Dargaud niet alleen met het in albumvorm uitgeven van de stripreeksen uit Tintin/Kuifje, hij startte eveneens met het publiceren van het vrouwenblad Line. In dit journal des chics filles, een beetje vrij vertaald als ‘het magazine voor elegante vrouwen’ en alzo de vrouwelijke tegenhanger van Kuifje, werden veel vrouwvriendelijke strips gepubliceerd. En eind 1960 werd het in het jaar voordien door René Goscinny, Jean-Michel Charlier en Albert Uderzo opgestarte wekelijkse stripblad Pilote aangekocht (met steun van Radio Luxembourg in Parijs – een piratenzender, thans RTL), waarin succesvolle series als ‘Asterix’, ‘Blueberry’ en ‘Tanguy et Laverdure’ verschenen. Ook in ditzelfde jaar werden de eerste albums van reeksen uit Pilote gepubliceerd. Door deze overname werd Goscinny redacteur van het weekblad terwijl Charlier een tijdje chef werd bij de afdeling van albumuitgaves.
Als in 1968 Morris (Maurice de Bevere), bekend van de westernserie ‘Lucky Luke’, na een conflict met uitgever Dupuis overstapt naar Dargaud, is het een stevige speler (maar nog niet de grootste!) waarmee rekening dient te worden gehouden in stripland. Een jaar later neemt hij ook Rustica over, een Frans weekblad over tuin en doe-het-zelf.
In 1974 werd Pilote een maandblad en bracht Dargaud twee nieuwe stripbladen uit: het westernblad Lucky Luke (met meer info over Westerns dan strips alleen) en het komische stripblad Achille Talon. Deze werden echter geen succes en ze werden beiden binnen een jaar stopgezet. Van de eerste uitgave van bvb. Achille Talon werden er slechts 60.000 exemplaren verkocht. Door de sterk gestegen prijs van papier als gevolg van de toenmalige oliecrisis, werd dit als onvoldoende bevonden door de uitgever. Er volgden nog slechts vijf uitgaven, allemaal gedrukt op papier van veel mindere kwaliteit dan het debuutnummer. De reeksen die in beide magazines waren opgenomen werden grotendeels terug in Pilote verder gezet.
Ook in 1974 richt hij samen met Goscinny en Uderzo de Studios Idéfix op, dewelke enkele tekenfilms van ‘Lucky Luke’ en ‘Asterix’ uitbrengen. Maar in 1978 gaan de deuren weer dicht na het overlijden van Goscinny.
Om te blijven groeien op de stripmarkt richt hij in 1982 samen met Greg (Michel Regnier) Dargaud Publishing International op, met vestiging te New York. Greg vestigde zich in Greenwich (het uiterste zuidwestelijke puntje van de staat Connecticut, op ong. 40 Km van New York) en bleef er 5 jaren wonen. Tussen 1982 en 1987 werden er, naast albums van ‘Asterix’, ‘Valerian’, ‘Leonard’ en eentje van ‘Blueberry’, ‘Iznogoud’ en ‘Luky Luke’, eveneens Amerikaanse strips uit gegeven. Zoals ‘Beetle Bailey’ (bij ons bekend als “Flippie Flink’) van Mort Walker en ‘Kelly Green’ van Stan Drake en Leonard Starr.
Ook in 1982 werd Éditions du Square (bekend van het stripblad Charlie, later werd dit Charlie Mensuel en Charlie Hebdo) gekocht en daarmee werd Dargaud de grootste stripuitgever van Europa. In 1984 heeft Dargaud 40% van de stripmarkt in handen met een jaarproductie van meer dan 20 miljoen stripalbums en meer dan 1500 verschillende titels in de portefeuille.
In 1988 verkocht Georges Dargaud zijn bedrijf aan het Belgische-Franse mediabedrijf Média-Participations, dat eerder al Lombard had overgenomen. In 1989 werd er tenslotte gestopt met Pilote, nadat dit terug opgestart werd (in 1986) na samengaan met Charlie Mensuel in Pilote & Charlie, en terug Pilote werd in 1988.
In 1989 trekt Georges Dargaud zich terug om wat te gaan rentenieren. Het jaar nadien echter komt hij te overlijden op 18 juli te Parijs. Hij heeft zonder twijfel, eerst amateuristische en nadien zeer geïndustrialiseerd, zijn steentje bijgedragen aan de “negende kunst”.
Verder wordt in 1992 Le Lombard geïntegreerd in Dargaud, en worden de studio’s Les Éditions Blake et Mortimer en Studio Jacobs overgenomen. Tussen 1994 en 1997 werden verschillende animatiestudio's gekocht, waarmee de tekenfilmrechten van ‘De avonturen van Kuifje’, ‘Lucky Luke’ en ‘Asterix’ werden binnengehaald. Nog later gaan al deze animatiestudio’s op in het nieuw opgerichte Dargaud Média.
In 2004 werd ook uitgeverij Dupuis overgenomen en wordt de groep DDL (Dargaud, Dupuis, Le Lombard) Diffusion boven het doopvont gehouden, dewelke al hun gezamenlijke stripreeksen verdelen. Een jaartje later verandert deze naam in Média-Diffusion.
Om af te ronden een korte opsomming van enkele van de populaire en meest bekende stripreeksen uitgegeven door Dargaud (onder Dargaud zelf, of onder Lombard): Alex, Asterix, Aldebaran, Betelgeuze, Blacksad, Blake en Mortimer, Blueberry, Bollie en Billie, Bruno Brazil, De onnoembaren, Durango, Julie Wood, Lefranc, Leonardo, Lucky Luke, Luc Orient, Bob Morane, Olivier Blunder, Ramiro, Roodbaard, Tanguy en Laverdure, XIII en Wayne Shelton. En waar het allemaal mee begon: Line!