Progressieve rock (progressive rock, ook wel prog of prog-rock), soms ook symfonische rock genoemd, is een vorm van rock georiënteerde kunstmuziek die opkwam in de late jaren zestig en haar hoogtepunt bereikte in de jaren zeventig en tachtig. Lees verder
Progressieve rock (progressive rock, ook wel prog of prog-rock), soms ook symfonische rock genoemd, is een vorm van rock georiënteerde kunstmuziek die opkwam in de late jaren zestig en haar hoogtepunt bereikte in de jaren zeventig en tachtig. Progressieve rock kent in vergelijking met andere populaire muziek complexere teksten en langere nummers.
Er zijn aspecten in de progressieve rockmuziek die kenmerkend zijn voor het genre. Niet elke band zal al deze aspecten hebben en de lijst is ook onvolledig, maar ze komen wel opvallend voor.
Lange composities, soms meer dan 20 minuten, met soms ingewikkelde melodieën, ritmes en harmonische ontwikkeling. Vaak worden deze muziekstukken "epics" genoemd. Deze stukken zijn niet erg commercieel, omdat liedjes op de radio in de regel tussen de 3 en 5 minuten duren. Een vroeg voorbeeld (misschien wel het eerste in de popmuziek) is In Held Twas In I van Procol Harum, van 17:30 minuten. Andere beroemde voorbeelden zijn Rush' 20-minuten 2112, Genesis' 23-minuten Supper's Ready, Yes' dubbelalbum Tales from Topographic Oceans dat slechts uit vier nummers bestaat, en Jethro Tulls 44-minuten Thick as a Brick en 45-minuten A Passion Play, beide een compleet album (LP-lengte was ongeveer 45 minuten) bestaande uit een enkel nummer.
Gerelateerd aan de lange composities zijn de zogenaamde suites. Stukken die zijn opgebouwd uit kortere delen, vaak met elk hun eigen titel. De hechtheid in de muzikale relaties tussen deze delen is zeer verscheiden. Soms bestaan er nauwelijks muzikale relaties tussen de delen en werden de delen samengesteld voor het vertellen van een verhaal of voor sfeerverandering. In andere gevallen volgt de componist een klassieke toenadering, met hoge eisen aan interne relaties. Deze delen worden soms als aparte nummers gebruikt in liveoptredens. Yes' Close to the Edge is opgebouwd uit vier stukken, Rush' Hemispheres uit zeven, Caravans Nine Feet Underground uit acht en Pink Floyd's Shine On You crazy Diamond en Renaissances Scheherazade uit negen. Jethro Tulls A Passion Play bestaat tekstmatig uit vier stukken; muzikaal uit 15.
De teksten zijn ingewikkeld en soms ondoorgrondelijk voor de luisteraar, met vaak onderwerpen als science-fiction, fantasie, geschiedenis, religie, oorlog en chaos. De groep Magma had zelfs een eigen taal ontwikkeld waarin werd gezongen: het 'Kobaiaans' (van planeet Kobaia). Zelden zul je nummers tegenkomen, zoals wel in de gewone popmuziek, over liefde en seks en nog veel minder over onbetwistbare dagelijkse dingen als dansen en auto's.
Veel prog-rockbands willen met hun teksten commentaar geven op de maatschappij, maar zijn zelden direct politiek. Wel willen ze mensen vaak meer laten nadenken over allerhande thema's. Genesis' Selling England By The Pound is een thema over commercialisme versus naturalisme, Emerson, Lake & Palmer's Brain Salad Surgery gaat over de gevaren van het vervangen van de mens door machines. Jethro Tull's Aqualung geeft kritiek op georganiseerde religies, met name het instituut kerk.
Conceptalbums is gerelateerd aan de teksten: Een conceptalbum is een album waarvan de nummers allemaal gaan over hetzelfde onderwerp en vaak een verhaal vertellen. Soms kan dit aangeduid worden met de term rockopera. Voorbeelden zijn Genesis' The Lamb Lies Down On Broadway, The Moody Blues' Days Of Future Passed, Pink Floyd's The Wall, Animals, Wish You Were Here en The Dark Side of the Moon, Dream Theater's Metropolis, Pt. 2: Scenes from a Memory en Jethro Tull's Thick as a Brick, A Passion Play en Too Old To Rock 'n' Roll: Too Young To Die!
Prominent gebruik van ongebruikelijke instrumenten en ongebruikelijke zangstijlen. Niet-Westerse instrumenten en percussie, alsmede Westerse toetseninstrumenten als synthesizer, piano, hammondorgel en mellotron zijn meer prominent in prog dan in andere rockgenres. Bekend is ook Ian Andersons gebruik van de dwarsfluit als rockinstrument. Zang wordt vaker dan in andere populaire muziek gekenmerkt door meerstemmigheid, eventueel polyfonisch en soms met contrapunt.
Stemgebruik vertoont verscheidenheid, vaak binnen één stuk, zowel qua dynamiek als klank. Qua zangstijl zijn bijvoorbeeld Porcupine Tree, Gentle Giant en Van Der Graaf Generator opvallend. Wellicht verrassend is dat het gebruik van orkesten en koren minder voorkwam in de prog-rock van de jaren zestig en zeventig dan gedacht. Vaak werden deze geluiden elektronisch nagebootst door middel van bijvoorbeeld een Mellotron. Ook komen in de prog-rock redelijk veel multi-instrumentalisten voor als Ian Anderson, Mike Oldfield en Neal Morse.
Ongebruikelijke maatsoorten, ritmetechnieken, toonladders en afstemming. De prog-rock staat bekend om het gebruik van afwijkende maatsoorten en veel tempowisselingen binnen een nummer. Enkele voorbeelden zijn Supper's ready van Genesis, waarin het deel Apocalypse in 9/8 is (deels met orgelsolo in 4/4), het intro en middenstuk van Firth of Fifth van Genesis (waarbij de maatsoort regelmatig wisselt, onder andere 13/16), Red van King Crimson (onder andere 5/8), Stranger in your soul van Transatlantic (onder andere 7/8, 5/4, verschillende tempowisselingen), Tom Sawyer (onder andere 7/8) en YYZ (intro 10/8) van Rush. Ook wordt er veel gebruikgemaakt van polymetriek, zoals in King Crimson's Thela Hun Ginjeet (7/8 en 4/4) en Discipline (5/8 en 4/4) en in Jacob's Ladder (5/4+6/4 en 4/4) van Rush. Enkele uitzonderingen, zoals The Dance of Eternity van Dream Theater, bevatten tot over de honderd maatwisselingen binnen een nummer (3/8, 5/8, 6/8, 7/8, 9/8, 3/4, 4/4, 5/4) en daarnaast ook een groot aantal tempowisselingen.
Uitersten in geluidsterkte, van fluisterstil tot zeer luide passages binnen een nummer. Hierdoor wordt de aandacht op de muziek vergroot.
Invloeden vanuit de klassieke muziek. Bijvoorbeeld Emerson, Lake & Palmer hebben arrangementen van Copland, Bartók en Moussorgsky gespeeld. Hun album Pictures at an Exhibition was een eigen bewerking van Moussorgskys "De schilderijententoonstelling". Jethro Tull heeft Bourrée gebaseerd is op een stuk van Bach en Pavane van Fauré. Yes begon lange tijd elk optreden met een stuk uit Stravinskys Firebird Suite. Maar naast deze 'covers' wordt er veel inspiratie opgedaan in de klassieke muziek en in nummers verwerkt zonder dat het oorspronkelijke stuk direct herkenbaar is.
Het visuele aspect zoals de podiumact en het artwork zijn opmerkelijk. De trend is gezet door The Beatles (alhoewel geen prog-rockband) met Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band. Sommige prog-rockbands werden bekend door hun opmerkelijke albumhoezen. Er zijn zelfs designstudios bekend geworden door hun werk voor beroemde artiesten: Roger Dean voor zijn werk met Yes en Storm Thorgerson en zijn studio Hipgnosis voor hun werk met Pink Floyd. H.R. Giger's schilderij voor Emerson, Lake & Palmer's Brain Salad Surgery is een van de opmerkelijkste en omstreden albumhoezen aller tijden vanwege de illusie van een penis onder de kin van een vrouw, die later weggepoetst moest worden.
Gebruik van geluidseffecten. Vooral Pink Floyd is hier beroemd om, met bijvoorbeeld Speak To Me (het openingsnummer van Dark Side Of The Moon). Maar ook een band als Jethro Tull maakte hier gebruik van, zoals de oorlogsgeluiden op de achtergrond in het nummer War Child.