De lilliput- strips Hun ontstaan en evolutie door de jaren heen. Lees verder
In de vijftiger jaren krijgt de Nederlandse strip er een nieuw fenomeen bij: de Lilliput-reeks, gepubliceerd door uitgeverij Van Ditmar. Menige vijftiger herinnert zich deze boekjes nog als de op school verboden, en dus felbegeerde strips die onder de schoolbanken van hand tot hand gingen. De Lilliput-boekjes, ook wel 'piccolo's' of 'Akims' genaamd (naar de eerste en meest succesvolle held van de reeks), zijn niet van Nederlandse origine - de bronnen zijn te vinden in de USA, Italië en Duitsland (uitgegeven bij Walter Lehning).
Ze werden per drie tegelijk op A4 formaat in zwart-wit gedrukt, en vervolgens in drieën gesneden. De reeks kende verschillende exotisch aandoende titels zoals 'Fulgor', 'Akim', 'Raka' ('de held van het jaar 2000'), 'Jezab' en 'Sigurd'. De helden waren allen ruimtevaarder, ridder, heerser der jungle of zeevaarder. Alleen Jan Stavast oefende het wat minder glorieuze beroep van krantenjongen uit.
'Tarzan, de Koning der Jungle' is een stripfiguur die volledig van de boeken van Edgar Rice Burroughs is afgeleid. Niet alleen de omgeving en karakters, maar ook de plots van de originele Tarzan-verhalen zijn vaak volledig overgenomen. Doordat er in de loop der tijd zoveel verschillende tekenaars aan deze strip hebben gewerkt, bijvoorbeeld Harold Foster, Burne Hogarth, Rex Maxon, Rubimor, Barry, Celardo en Manning, zit er in de Tarzan-verhalen geen enkele lijn. De uitgever schrikt er niet voor terug het tekenwerk van diverse tekenaars in één album te gooien: zo leest men een verhaal van Hogarth, dat nauw met de oorspronkelijke boeken overeen komt, direct vervolgd door een verhaal van Rex Maxon, die zijn held in een totaal eigen ontworpen omgeving plaatst met geheel eigen bedachte kameraden.
De eerste comic Tarzan-uitgave bij Van Ditmar was een zogenaamde Grote-Lilliput, aan het eind van de jaren vijftig. Het formaat van deze boekjes was 16 x 24 centimeter en ze werden voor de prijs van 75 cent verkocht. De Tarzan comic-serie liep door tot 1961.
In navolging van de USA kwam Italië in 1950 met een eigen 'Tarzan', genaamd 'Akim'. Hij werd getekend voor de Italiaanse 'Albo Gioiello' serie (twintig lire per deeltje), en verscheen in bijna 1.000 deeltjes, allemaal van de hand van Augusto Pedrazza (eveneens de man achter 'Robbie', 'Fulgor' en 'Jan Stavast'). De eerste Nederlandse Akim verscheen in 1953, en liep door tot 1959. Het begin van de Akim-serie is een van de varianten die er op de Tarzan-serie bestaan: de jonge zoon van de Britse consul van Calcutta wordt na een schipbreuk en de dood van beide ouders opgevoed door gorilla's.
'Sigurd, strijder voor vrede en recht' - door Hansrudi Wäscher.
"Zijn jeugd brengt Sigurd door op burcht Eckbertstein, die van zijn vader is. Tijdens een toernooi leert hij Bodo kennen, met wie hij vrienden wordt. Samen rijden ze het land door en overal waar mensen in nood zijn, kunnen we de beide vrienden vinden."
Op de achterkant van veel van de Lilliput-uitgaven werd de lezer toegesproken door "Oom Fred", of "Jullie Lilliput-vriend Fred". De man achter deze teksten, en tevens de vertaler, was heer Reichel, die in de oorlog in Duitse krijgsdienst geweest was en daardoor statenloos geworden. Het bedrijf van Van Ditmar, dat tijdens de oorlog was gelijkgeschakeld (ze importeerden zelfs het SS-blad Signaal), nam hem in dienst. Frappant is overigens, dat de directeur van Van Ditmar, Morell Bodlaender, die hem aannam, van Joodse afkomst was - vóór de oorlog werkte hij korte tijd bij het bedrijf, de oorlog zelf bracht hij als onderduiker door; erna werd hij onmiddellijk tot directeur benoemd. Reichel was, evenals de directeur, afkomstig uit een in politiek opzicht onduidelijk stukje Oost-Europa. Daardoor was hij misschien wel de ideale figuur om eveneens statenloze striphelden aan de Nederlandse jeugd te presenteren. Als "Oom Fred bij van Ditmar" zette hij Akim-clubs op waarvan de leden speldjes en fietsvlaggetjes kregen, en organiseerde hij verlotingen van fonkelnieuwe fietsen onder de trouwe lezertjes. Die trouw moest blijken uit de inzending van volle spaarkaarten met de punten van elke lilliput. En ach, dat "Oom Fred" gezien zijn achtergrond geen perfecte vertalingen afleverde, daar lagen de lezertjes echt niet van wakker. Reichel stierf uiteindelijk in het harnas: op de zaak, waar hij zovele vertalingen en bijschriften had geleverd.
"Ik weet zeker, dat de meesten van jullie nu langzamerhand ook allemaal kennis gemaakt hebben met onze nieuwe vriend ROBBIE. Ook over hem komt nu een apart groot verhaal uit en ik geloof, dat het spannender is dan alle anderen. Robbie en zijn twee kornuiten zijn in India terecht gekomen, hebben geen cent meer op zak en worden als hulp aangenomen bij een expeditie in de jungle. Een professor zoekt naar de schat van een oude vergeten tempel. De schat wordt na veel moeite en ontbering gevonden, maar... er zitten ook enkele verraders in de troep, die de schat voor zich willen. Hoe dat afloopt moeten jullie zelf maar lezen. Vraag je winkelier, waar je altijd de andere boekjes koopt, naar dit spannende verhaal.
Jullie Lilliput-vriend
Fred"