De zeemansverhalen draaien rond kapitein Anne Wobbe, beter bekend als Kappie en zijn sleepboot de Kraak, met als thuishaven Lutjewier, een fictief plaatsje. De bemanning bestaat uit stuurman Tjeerd Duizendschoon (“de Maat”), hoofdwerktuigkundige Siep (“de Lees verder
De verhalen draaien rond kapitein Anne Wobbe, beter bekend als Kappie en zijn sleepboot de Kraak, met als thuishaven Lutjewier, een fictief plaatsje. De bemanning bestaat uit stuurman Tjeerd Duizendschoon (“de Maat”), hoofdwerktuigkundige Siep (“de Meester”) en soms nog de Chinese scheepskok Ah Sing.
De tekststrip begon 27 december 1945 in de dagbladen Het Vaderland en Algemeen Dagblad, vanaf 28 juni 1946 ook in de Gazet van Antwerpen en geleidelijk aan in diverse andere dagbladen. In Franse en Belgische Franstalige kranten (Le Soir) verscheen de strip onder de naam Cappi.
De verhalen werden aanvankelijk geschreven door Toonders echtgenote Phiny Dick en later door Harry van den Eerenbeemt, die begin jaren vijftig bij Toonder Studio's was komen werken, Paul Biegel, Andries Brandt en Lo Hartog van Banda. Ze werden getekend door onder andere Joop Hillenius (1947-1958), Dick Vlottes, Ton Beek, Fred Julsing, Jan van Haasteren, Piet Wijn en Terry Willers (1965-1968). De tekststrips werden door Richard Klokkers omgezet naar ballonstrips.
Op 11 juli 1972 nam het Algemeen Dagblad afscheid van de strip. Behalve als een dagelijkse krantenstrip werden de verhalen ook gebundeld en als een stripboek uitgegeven door uitgeverij De Muinck & Co. Vanaf 2014 worden verhalen heruitgegeven door uitgeverij Stripstift.