Flamingo’s zijn waadvogels uit de familie Phoenicopteridae. Er zijn 6 soorten bekend. Flamingo’s broeden vaak in zoutmoerassen en komen vooral in Afrika en Zuid- en Midden-Amerika voor. Ze zijn niet verwant aan ooievaars, maar aan futen. Lees verder
Flamingo’s zijn waadvogels uit de familie Phoenicopteridae. Er zijn 6 soorten bekend. Ze hebben lange poten, een rozerode kleur en een opvallende snavel. De snavel wordt ondersteboven in het water heen en weer bewogen, waardoor het water wordt gefilterd. In het voedsel zitten kleurstoffen, waardoor de flamingo zijn kenmerkende kleur krijgt. Flamingo’s broeden vaak in zoutmoerassen en komen vooral in Afrika en Zuid- en Midden-Amerika voor. De gewone flamingo, Phoenicopterus roseus komt ook in Europa en Azië voor en wordt regelmatig in Nederland gezien. De rode flamingo, Phoenicopterus ruber, komt voor op Bonaire. Vroeger werden flamingo’s beschouwd als verwanten van lepelaars en ibissen en ingedeeld in de orde der ooievaarachtigen (Ciconiiformes). Tegenwoordig blijkt dat ze niet verwant zijn aan de ooievaars, maar aan de futen.