De guitenstreken van Kwik en Flupke (origineel: Quick et Flupke gamins de Bruxelles is een stripreeks getekend door de Belgische tekenaar Hergé (1907-1983) en verschenen in Le Petit Vingtième van 1930 tot 1940 en In weekblad Kuifje van 1947 tot 1955. Lees verder
De hoofdpersonages in de strip zijn twee stereotiepe Brusselse straatjongens (Ketjes, in het Marolse dialect) genaamd Kwik en Flupke, die voornamelijk kwajongensstreken uithalen in korte verhaaltjes van 2 pagina’s.
Agent 15, is een politieagent uit de stad Brussel. Hij wordt zo genoemd vanwege zijn politienummer dat zichtbaar is op de halslijn van zijn jas. Vaak is hij het slachtoffer, soms de aanstichter of zelfs de medeplichtige van de streken van Quick en Flupke.
(In het verhaal gepubliceerd in weekblad Kuifje nr.7/1950 vernemen we dat zijn achternaam Vertommen is).
Na de avonturen van Kuifje vormt deze strip de langst lopende reeks die Hergé ooit getekend heeft. De strip speelt zich af in het Brussel van voor de Tweede Wereldoorlog, in de wijk de Marollen. De steile straatjes van deze buurt komen vaak voor in de strip als decor van onder meer zeepkistwedstrijden of sleetje rijden.
Hergé kreeg begin 1930 van zijn redacteur Paul Werrie de opdracht een strip te bedenken over twee Brusselse straatjongens, naar de twee broers Claudinet en Fanfan die sinds januari dat jaar te zien waren in de Franse speelfilm Les deux gosses.
Weekbladpublicatie
De eerste verhalen van Kwik en Flupke verschenen in het Frans in de jeugdbijlage van Le Petit Vingtième no. 4 op 23 januari 1930, behorend bij het Belgische nieuwsblad Le Vingtième Siècle. (Hierin liep op dat moment ook Hergés Kuifje in de Sovjet-Unie).
Het liep door, met af en toe een onderbreking, tot no. 19 van 8 mei 1940. Ongeveer 310 afleveringen (van 2 pagina’s) in zwart/wit.
In Cœurs Vaillants als Quick et Jo, van no. 22 t/m 27, 1934
Vanaf 1947 in weekblad Kuifje tot 1955, in kleur.
174 afleveringen (Waarvan 129 heruitgaven van Le Petit Vingtième).
Tot in 1955 verschenen er ongeveer 355 afleveringen van Kwik en Flupke.
Albums van uitgeverij Le Petit Vingtième:
De eerste druk van het eerste album Quick et Flupke Gamins de Bruxelles (86 pagina’s) vond plaats in 1930 bij de uitgeverij Petit Vingtième. Eén van de bijzonderheden van de eerste 500 drukken is dat ze gesigneerd zijn met de handtekeningen van Quick en Flupke (Deze werden gezet door Hergé en zijn vrouw Germaine).
Het tweede album Les nouveaux exploits de Quick et Flupke gamins de Bruxelles (2e série) verscheen in 1932.
(Er werden 3 maal 1000 exemplaren gedrukt).
Albums van uitgeverij Casterman:
3 Les Nouveaux Exploits de Quick et Flupke, gamins de Bruxelles, 3e série, Casterman, october 1934
4 Quick et Flupke, gamins de Bruxelles, 4e série, Casterman, novembre 1937
5 Les Nouveaux Exploits de Quick et Flupke, gamins de Bruxelles, 5e série, Casterman, december 1940
Tussen 1949 en 1961 verscheen bij Casterman een reeks in kleur van 10 titelloze albums; De guitenstreken van Kwik en Flupke
In 1968 en1969 verscheen bij Casterman een reeks in kleur van 6 titelloze albums; De guitenstreken van Kwik en Flupke
Van 1975 tot 1982 verschenen er opnieuw zes titelloze albums op een formaat van 18,9 op 25,6 centimeter met slappe kaft.
Tussen 1985 en 1991 verscheen de reeks onder de naam Quick en Flupke in twaalf albums op A4-formaat:
1 Verboden spelletjes
2 Niks aan de hand
3 Hoogspanning (door Johan De Moor)
4 Alle zeilen bij
5 Ieder op zijn beurt
6 Erop of eronder
7 Pardon, mevrouw
8 Leve de vooruitgang
9 Wat een ramp!
10 Vuurwerk!
11 Pure bluf
12 Riemen vast
In de jaren tachtig kwamen er enkele nieuwe en hertekende strips bij van de hand van Johan De Moor, zoon van Bob De Moor, de vaste medewerker van Hergé.
In 2011 startte een integrale reeks met covers en vertalingen uit de reeks van 1975.
Naast deze gewone reeksen, verscheen er in 1978 het boek Les exploits de Quick et Flupke in de reeks Uit het archief van Hergé. Daarin staan zwart-wit gags, facsimiles van de oorspronkelijke platen uit de beginperiode van Hergé, waaronder enkele platen die nog nooit uitgegeven werden, verschenen tussen 1936 en 1939.
Sommige pagina’s refereren aan de ontmoeting tussen Hitler en Mussolini, de Koloniale Loterij en de verduistering tijdens de ‘Drôle de guerre’ (Het begin van de Tweede Wereldoorlog).
Ook zijn er 8 pagina’s van M. Mops, waarschijnlijk verschenen in 1930-1931 voor een agenda van ‘Magazins de Bon Marché’.