Guus Slim is een stripreeks over een privédetective, verschenen in Weekblad Robbedoes in 1958, met Maurice Tillieux als scenarist en tekenaar. Later, vanaf het dertiende album heeft Roland Goossens het tekenwerk overgenomen. Lees verder
In de reeks Guus Slim (Gil Jourdan, in het Frans) zijn tussen 1958 en 1979 zestien delen verschenen. Alle verhalen in deze reeks zijn geschreven door Maurice Tillieux. Deze neemt tot en met deel 12 (De springbeesten) ook de tekeningen voor zijn rekening. Vanaf deel 13 (18-karaats werk) verzorgt Roland Goossens (Gos) de tekeningen.
De serie ontstond in 1956 toen de auteur Maurice Tillieux werd aangenomen bij het Weekblad Robbedoes. Tillieux wilde zijn detectiveserie Félix (die verscheen in het concurrerende weekblad Héroïc-Albums) voortzetten, maar Dupuis had liever iets nieuws.
Daarom veranderd hij zijn oude personages in nieuwe: De held Félix werd Guus Slim (Gil Jourdan), Allume-Gaz, de voormalige inbreker, werd Vlinder (Libellule), Alonzo Cabarez werd politieagent Spek (Crouton) en Linda, een vrouwelijke figuur in de laatste afleveringen van Félix, werd vervangen door Kersensteeltje (Queue-de-Cerise).
De naam van Gilbert Jourdan was bedacht door de vrouw van Maurice Tillieux, die eerst een naam had gevonden die leek op "Texaco", en die door de uitgever werd geweigerd.
Als Maurice Tillieux zijn held in een privédetective verandert, is dat omdat hij denkt dat de keuze voor dit beroep, door hem in het middelpunt van de plot te plaatsen, het gemakkelijk maakt om verhalen te vertellen en allerlei personages te introduceren. Bovendien geeft het Guus Slim de mogelijkheid om geld te verdienen.
De avonturen van Guus Slim hebben, zoals al het werk van Maurice Tillieux, een bijzondere sfeer. Elke setting wemelt van allerlei details, knipogen die elke scène verrassend levendig maken. De personages worden op een heel natuurlijke manier weergegeven, of ze nu rennen, vechten of bewegen. Als ze discussiëren, steken ze onvermijdelijk een sigaret op. Ze eten, drinken en slapen zoals iedereen. Bovendien wordt Guus Slim vaak aan het ontbijt gezien, waardoor lezers de indruk krijgen zijn intimiteit binnen te gaan. Verhalen beginnen meestal met een grote afbeelding die rijk is aan details. Hierdoor kan de auteur vanaf het begin de setting en de sfeer van het avontuur bepalen.
Tillieux wist ook het ‘volkse’ goed weer te geven in zijn decors, met poëtische straatnamen, door allerlei soorten affiches, bussen, vrachtwagens en fluitende politieauto's te tekenen. De “gewone mensen" werden geëerd, van de conciërge tot de postbode, inclusief de fietsbezorger. Ook was hij goed in sfeervolle nachtelijke taferelen, met luiken die in de wind klapperen, het licht van de lantaarnpalen en de zwerfkatten...
Ook de interieurs zijn zeer gedetailleerd, met familieportretten aan de muur, brood, salami en het teentje knoflook dat in de keuken op tafel ligt. Dit alles maakt van Guus Slim een serie met een geheel eigen sfeer.
De serie werd voor het eerst gepubliceerd in nummer 962 van het Weekblad Robbedoes van 20 september 1956. Het had meteen succes bij de lezers, het bleek uit de door het Weekblad Robbedoes georganiseerde referendum dat 80% van de lezers de reeks regelmatig las.
In 1960 verscheen het tweede album van de serie Popaïne en oude kunst, dat handelt over drugshandel. Maurice Tillieux bedenkt een denkbeeldig verdovend middel om censuur te vermijden. Dit belette niet dat dit album, net als album nr. 1, tot 1971 in Frankrijk werd gecensureerd wegens gebrek aan respect voor de politie.
Verschillende verhalen in de serie, zoals Popaïne en oude kunst, De achtervolging, Oorlog in hemdje, De scooterchinees, Warm en koud, De windmaker en De springbeesten, zijn hergebruikte scenario’s van de Félix-serie, omdat, toen Maurice Tillieux ziek werd hij niet echt aan een script kon werken.
Robbedoes beschikte in deze periode over te weinig scenarioschrijvers. Tillieux werd in 1968 van alle kanten gevraagd om scenario's te leveren voor andere Dupuis-tekenaars. Hij bereikte een punt dat hij niet genoeg tijd meer had om zijn eigen serie zelf te blijven tekenen. En zo was het met Kerstmis 1968, georganiseerd door het Weekblad Robbedoes, dat Gos en Maurice Tillieux elkaar ontmoetten. Bij toeval ontdekte Gos dat Tillieux Guus Slim niet meer kon tekenen, en bood hij hem aan om dat van hem over te nemen. Na een week waren de testen definitief, en de eerste Guus slim getekend door Gos werd: 18-karaats werk (Carats en vrac).
In 1972, toen Gos zijn eigen reeks lanceerde; Khena en de Katamarom, had hij bijna geen tijd meer om aan Guus Slim te werken. De dood van Maurice Tillieux op 2 februari 1978, bij een verkeersongeval, maakte een einde aan de serie, waarvan het laatste album, Tussen wal en schip, zowel getekend als geschreven werd door Gos.
Na de dood van Tillieux wilde de Dupuis-uitgeverij Guus Slim laten overnemen door een andere tekenaar, maar verschillende voorstellen werden afgewezen door de echtgenote en dochters van Tillieux, die eigenaar waren van het personage. Dupuis-uitgeverij op hun beurt bleven nog steeds eigenaar van de exploitatierechten.
Lijst van de verhalen van Guus Slim zoals verschenen in het Weekblad Robbedoes en met de eerste album uitgave:
1 Vlinder neemt de vlucht (Libellule s'évade) Robbedoes/Spirou nr. 962 - 988, 1956/57
ALBUM: Dupuis 1959? (Het jaartal staat niet vermeld in het album).
2 Popaïne en oude kunst (Popaïne et vieux tableaux) Robbedoes/Spirou nr. 990 - 1031, 1957/58
ALBUM: Dupuis 1959
3 De verdronken wagen (La voiture immergée) Robbedoes/Spirou nr. 1067 - 1089, 1958/59
ALBUM: Dupuis 1960
4 Vrachtboten in de avond (Les cargos du crépuscule) Robbedoes/Spirou nr. 1113 - 1137, 1960
ALBUM: Dupuis 1961
5 De hel van Texiguay (L'enfer de Xique-Xique) Robbedoes/Spirou nr. 1170 - 1191, 1960/61
ALBUM: Dupuis 1962
6 Bomaanslag in de bergen (Surboum pour quatre roues) Robbedoes/Spirou nr. 1225 - 1248, 1961/62
ALBUM: Dupuis 1963
7 De rode paters (Les moines rouges) Robbedoes/Spirou nr. 1264 - 1285, 1962
ALBUM: Dupuis 1964
KV1 De achtervolging (La poursuite) 12 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1316, 1963
ALBUM: De springbeesten, Dupuis 1971
8 De drie vlekken (Les 3 tâches) Robbedoes/Spirou nr. 1319 - 1340, 1963
ALBUM: Dupuis 1965
KV2 Inspecteur Spek op vakantie (Les vacances de Crouton) 6 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1368, 1964
ALBUM: L’Integrale 3, Dupuis 2010, Integraal 3, Aboris, 2016
9 Drie vingers (Le gant à trois doigts) Robbedoes/Spirou nr. 1389 - 1410, 1964/65
ALBUM: Dupuis 1966
10 Oorlog in hemdje (La guerre en caleçon) Robbedoes/Spirou nr. 1453 - 1458, 1966
ALBUM: Drie vingers, Dupuis 1966
11 De scooterchinees (Le Chinois à deux roues) Robbedoes/Spirou nr. 1459 - 1486, 1966/67
ALBUM: Dupuis 1967
12 Warm en koud (Chaud et froid) Robbedoes/Spirou nr. 1527 - 1533, 1967
ALBUM: Dupuis 1969
13 De windmaker (Le grand souffle) Robbedoes/Spirou nr. 1553 - 1565, 1968
ALBUM: Warm en koud, Dupuis 1969
KV3 De fles (La bouteille) 4 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1601, 1968
ALBUM: L’Integrale 4, Dupuis 2010, Integraal 5, Aboris, 2019
KV4 In het spookhuis (La maison du mystère) 3 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1615, 1969
ALBUM: De springbeesten, Dupuis 1971
14 De springbeesten (Pâtée explosive) Robbedoes/Spirou nr. 1637 - 1644, 1969
ALBUM: Dupuis 1971
15 18-karaats werk (Carats en vrac) Robbedoes/Spirou nr. 1677 - 1669, 1970
ALBUM: Dupuis 1971
KV 5 De beeldjes (Les santons) 6 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1706
KV6 Lichtpunt (Coup d'éclat) 5 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1714
ALBUM: Tussen wal en schip, Dupuis 1979
16 Guus Slim en de spoken (Gil Jourdan et les fantômes) 44 pagina’s, Robbedoes/Spirou nr. 1727 - 1744, 1971
ALBUM: Dupuis 1972
KV7 De man met de witte trui (Queue de Cerise: l'homme au pull blanc) 5 pagina’s Robbedoes/Spirou nr. 1747
ALBUM: Tussen wal en schip, Dupuis 1979
17 Een luizige langspeler (Sur la piste d'un 33 tours) 44 pagina’s, Robbedoes/Spirou nr. 1778 - 1798, 1972
ALBUM: Dupuis 1973
KV8 De Albertsteeg/De verloren steeg (La rue perdue) 2 pagina’s, Tintin Super 1, 1978
ALBUM: L’Integrale 4, Dupuis 2010, Integraal 6, Aboris, 2020
18 Tussen wal en schip (Entre deux eaux) 28 pagina’s, Robbedoes/Spirou nr. 2119 - 2131, 1978/79
ALBUM: Dupuis 1979