Catalogusgegevens

LastDodo nummer
4662427
Rubriek
Ansichtkaarten
Titel
Oostende Un Bassin et la Gare
Plaats
Straatnaam
Provincie / Streek
Jaar
1957
Reeks
Nummer (op) kaart
Ontwerper
Uitgever als op kaart
Uitgever algemene naam
Afmetingen
14,8 x 10,8 cm
Druktechniek
Bijzonderheden
Geadresseerd naar Avenue Milecamps, bruxelles Poststempel Oostende 30 Juli 1957 Postzegel Belgisch 50 Centimen N°1027 A Uitgiftejaar 1957 1 frank N° 1027B 1957 heraldieke leeuw Oostende Station ; Het is het belangrijkste station aan de Belgische kust. In de zomer zijn er elke maand meer dan 250.000 reizigers. Het station wordt ook wel het kaaistation of zeestation genoemd. Het stationsgebouw werd gebouwd in belle-époquestijl en vangt zowel treinreizigers als (vroeger) bootreizigers op. De spoorwegarchitecten Otten en Franz Seulen overspanden de centrale stationshal met een metaalstructuur die zichtbaar is in de voorgevel. Het verving een houten constructie, gebouwd in 1904, dat diende om een verbinding te maken tussen de internationale treinverbindingen en de boot naar Dover. De constructie van het nieuwe kaaistation begon in 1910 en het gebouw werd op 1 augustus 1913 ingehuldigd. De belle-époquestijl was geïnspireerd op het classicisme van de Franse 17de-eeuwse architect François Mansart, met elementen van Lodewijk XVI-stijl en enkele art-nouveau details. Twee zware, vooruitspringende, vierkante torengebouwen met piramidevormige dakbedekking bepalen het karakteristieke uitzicht van de voorgevel van het station. Een koepel met glaswerk en versierd met twee pinakels overspant met gietijzeren boogspant de ruimte tussen deze twee torens en vormt de wachtzaal voor de reizigers. Tussen de rechtse toren en de sporen werd een gelijkaardige koepel opgericht. Maar deze werd reeds in 1914 onherstelbaar vernield door het oorlogsgeweld. Het station werd gebouwd met blauwe hardsteen uit Soignies, rode Schotse graniet en witte steen van Euville. De A-monogrammen in de gevel verwijzen naar de regeerperiode van koning Albert I. In het station is er ook een koninklijk salon (lange tijd het kantoor van de stationschef) en een hotel.