Het ontstaan en de evolutie van Jommeke door de jaren heen. Beschrijving herkennen van de eerste druk van de ongekleurde albums. Lees verder
Jommeke is een Vlaamse stripreeks voor de jeugd die werd bedacht en ook oorspronkelijk werd getekend en geschreven door Jef Nys. Later werd zijn werk voortgezet door Gerd Van Loock, Hugo de Sterk en Philippe Delzenne (tekenaars), Jan Ruysbergh en Gerd Van Loock (schrijvers).
Jommeke verscheen voor het eerst op 30 oktober 1955 in het weekblad Kerkelijk Leven . Pas vier jaar later verscheen het eerste lange verhaal in de krant: de purpere pillen. Sinds 1979 verschijnen de verhalen in kleur.
De vervolgverhalen verschenen eerst in de krant (Het Volk en andere), losse eenpaginagags verschenen tot de jaren zeventig in 't Kapoentje en Ohee. Deze werden later gebundeld en verschenen mee in de normale albumuitgaves (bijvoorbeeld in het album Dolle fratsen ).
De Jommekesalbums werden door verschillende uitgeverijen uitgegeven. Album 1 tot 175 verscheen bij Het Volk. Album 176 tot 216 verscheen bij De Stripuitgeverij. Album 217 tot 228 verscheen dan weer bij Dupuis. Vanaf album 229 tot 241 vond Jommeke onderdak bij uitgeverij Mezzanine. En vanaf album 242 tot op heden bij uitgeverij Ballon-Media. Inmiddels zijn er meer dan 50 miljoen exemplaren verkocht.
Jommeke mikt op een jonger publiek. De teksten waren vroeger altijd duidelijk in het Vlaams opgesteld. Kenmerkend hiervoor is het gebruik van ge in plaats van je. Vlaams wordt zeer lang (1959 - 1989) gebruikt in de reeks: Vanaf album 1 tot en met album 153. Nu is men van de gij-vorm afgestapt.
De verhalen zijn gemiddeld onder te verdelen in twee groepen: Jommeke en zijn vrienden trekken naar een exotisch land (bestaand, zoals Peru of de Far West, of verzonnen, zoals Asnapije en Benistal), of een uitvinding van professor Gobelijn veroorzaakt problemen in Zonnedorp, de woonplaats van Jommeke en zijn vrienden. De derde rode draad zijn de slechteriken Anatool, de koningin van Onderland en Kwak en Boemel die telkens weer gedwarsboomd worden door Jommeke.
Dieren spelen, anders dan in de andere Vlaamse krantenstrips, een prominente rol. Alle hoofdfiguren hebben een eigen huisdier, met elk een eigen bepaalde sterkte. Zij komen vaak van pas als hulp in redmiddel in heel wat verhalen.
In de eerste gagstrips was Jommeke een klein kereltje van ongeveer zes jaar, een directe concurrent van Bolleke van Marc Sleen. Omdat de krantenstrip in Vlaanderen per definitie een vervolgverhaal was, moest Jommeke ouder worden (om de overgang van gags naar avonturen te kunnen maken) en de cast uitgebreid worden. Zo komt professor Gobelijn er bij vanaf Purperen pillen . Vanaf album 57 maakt hij de huidige Vliegende Bol.
Kinderen baas is de favoriet van Jef Nys zelf, terwijl Paradijseiland door vele fans als het beste album wordt beschouwd.
Jef Nys stelde bij testament een aantal voorwaarden aan voortzetting van de reeks. Er werd vastgelegd dat Jommeke, onder de strikte regels van geen geweld, geen wapens, geen seks, geen drugs en dergelijke dingen, blijvend getekend mag worden.
Het herkennen van een eerste druk van Jommeke (ongekleurd) is dikwijls door een waas van onduidelijkheid omgeven. Op een bepaald moment zijn er veel herdrukken verschenen, van de albums verschenen tussen 1966 en 1970, die bijna identiek zijn aan de eerste druk. Maar toch zijn er kenmerken duidelijk te onderscheiden. Het herkennen van de eerste druk is gelukkig eenvoudiger dan het juist dateren van een herdruk.
Om niet een hele reeks van kenmerken te moeten nakijken is er gekozen om voornamelijk de achtercover van het album te bekijken (afbeelding, titellijst en prijsaanduiding). Opgesteld met alle informatie uit de LastDodo- catalogus die we momenteel voor handen hebben. Bij toevoegen van andere herdrukken zal ons inzicht moeten voortschrijden en zullen we desnoods aanpassingen moeten maken.
De achterkanten van de eerste drukken zijn uniek voor de eerste druk, je kan je dus niet vergissen. Uitzonderingen op deze regel staan hieronder vermeld samen met een bijkomend kenmerk dat nagekeken kan worden. Met het nakijken van de covers en desnoods één ander, hieronder vermeld, kenmerk zou je uitsluitsel moeten hebben over het al dan niet hebben/bekijken van de eerste druk. Ook als het verschil minder opvallend is, is het hieronder weergegeven [Let op!] voor de duidelijkheid, al is deze achterkant ook uniek:
Bovenstaande indeling sluit niet uit dat er meerdere eerste drukken kunnen bestaan.
"*" Zo staan er in de catalogus bij nr 23 twee versies (met en zonder Flip op Jommekes schouder op de titelpagina).
* * Kleine drukkersimprint kan links of rechts voorkomen bij de nummers 31 tot 41. Dus twee versies van de eerste druk mogelijk.
* * * Meerdere combinaties staan in de catalogus vermeld als eerste druk.