Een in de stripwereld niet zo gekende scenarioschrijver, maar vooral bekend als illustrator en omslagtekenaar voor de Waalse uitgeversmaatschappij Marabout (gekend van de Bob Morane pocketboekjes). Lees verder
De geboren en getogen Luikenaar Lucien Meys begon in 1954 op 17 jarige leeftijd reeds te werken voor Marabout, vlak na zijn studies aan de academie. En hij bleef er tot 1976. Naast illustraties voor alle nummers van Marabout Flash (tot nr 388) voorzag hij ook talrijke covertekeningen en illustraties voor al de andere Marabout uitgaven.
Een van zijn eerste verwezenlijkingen op stripvlak zijn de verhaaltjes ‘On a enlevé Valentine’ hetwelk verscheen in Line vanaf 1954 en getekend door Dino Attanasio. Deze miniverhaaltjes werden in 2012 eerst uitgegeven in album (enkel Franstalig), maar dan als ‘On a volé Valentine’ getiteld! Daarnaast schreef hij vele scenario’s die verschenen in weekbladen zoals enkel in het Franse Tintin of alleen in het Belgische Tintin/Kuifje.
In de 60-er jaren begon dit eerder bescheiden met naast enkele één pagina-verhaaltjes met verschillende (onbekende) tekenaars, o.a. ook enkele verhaaltjes van ‘Télescope et Archibald’ (met Attanasio) hetwelk alleen verscheen in de Belgische editie van Tintin/Kuifje. En ‘Balaphon et les autres’ (‘Trompet en de anderen’ - getekend door hemzelf) in 1969. Ook schreef hij vele grappen voor Ton en Tinneke voor Dino Attanasio, nadat deze laatste de reeks van Franquin overgenomen had. En eveneens enkele episoden voor diens Spaghetti.
En in de 70-er jaren werden dit er steeds meer. Eén van de eerste waren deze voor ‘Le Beau Pays d’Onironie’ (‘Het schone land van Onironie’), eveneens getekend door hemzelf (in 1992 pas in albumvorm). Deze waren geïnspireerd op de ‘Krazy Kat’ gagseries van de Creoolse Amerikaan George Herriman dewelke begin 20ste eeuw verschenen in de Amerikaanse dagbladen. Ook de verhalen van ‘Chroniques de l'Heureux Zélu’ (‘De omzwervingen van Geluksvogel’), ook al door hemzelf getekend, dewelke in ’70 en ’71 verschenen. En eind jaren ’70 waren er de verhaaltjes van ‘Orphylon’ op co-scenario van Jean-Claude Lowenthal en getekend door Endry.
Tevens schreef hij enkele scenario’s voor het vrouwenblad Femmes d'Aujourd'hui (Het Rijk der Vrouw), eentje ervan was Mongwy in ’71 en ’72 (nooit in albumvorm) hetwelk hij samen met Coria en Vance schreef, en waarvoor beide laatste ook de tekeningen voor hun rekening namen. In 1973 schreef hij voor Vance twee lange verhalen over een nobele kruisridder Roderik genaamd voor ditzelfde vrouwenblad, dewelke in 1979 in album verschenen.
Eén van de laatste taken dewelke bekend zijn van Meys in de stripwereld, was dat hij de inkleuringen verzorgde voor het album Europæ – Europa da’s voor mij (op tekst van M. Fusani en tekeningen van H. De Dryver), in 1992.