Banaat en Batskja zijn regio's in het grensgebied van Servië, Roemenië en Hongarije. Eind 1918 werden ze bezet door Servië. In 1919 werden in Temesvar, de hoofdplaats van Banaat, bezettingszegels uitgegeven. Lees verder
Banaat en Batsjka zijn regio's in het grensgebied van Servië, Roemenië en Hongarije. In het najaar van 1918, aan het eind van de 1ste Wereldoorlog, werden de Hongaarse regio’s Baranja, Batsjka en de pas opgericht Republiek Banaat bezet door Servische troepen. Het Volksbestuur voor Banaat, Batsjka en Baranja besloot eenzijdig toe te treden tot het koninkrijk Servië. Eind dat jaar verenigde Servië zich met de Staat van Slovenen, Kroaten en Serviërs tot Joegoslavië en werd Banaat, Batsjka en Baranja de facto een Joegoslavische provincie. In 1919 en formeel in 1920 werd het noordwesten van de provincie, voornamelijk het noorden van Baranja, wel opnieuw toegewezen aan Hongarije. In het voorjaar [zie Servië - bezetting van Temesvar] en de zomer van 1919 werden in Temesvar, de hoofdplaats van Banaat, bezettingszegels uitgegeven. Nadat het formeel verdeeld werd onder Joegoslavië en Roemenië, verlieten de Servische troepen in de zomer van 1919 het westen van Banaat (inclusief Temesvar), dat vervolgens bezet werd door Roemenië.