Brugge is de hoofdstad en grootste stad van de Belgische provincie West-Vlaanderen en van het arrondissement Brugge. De stad, gelegen in het noordwesten van het land, is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Brugge en is de zetel van het bisdom Brugge Lees verder
Brugge is de hoofdstad en grootste stad van de Belgische provincie West-Vlaanderen en van het arrondissement Brugge. De stad, gelegen in het noordwesten van het land, is tevens de hoofdplaats van het kieskanton Brugge en is de zetel van het bisdom Brugge en van een hof van assisen.
Het gebied waarin Brugge is gegroeid, ligt op de grens van een zandleemgebied en de zeepolders, op 15 km van de Noordzee. Het grootste deel van de stad kan tot de Zandstreek gerekend worden.
Het historisch centrum is als middeleeuwse stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is eivormig en ongeveer 430 hectare groot. De volledige gemeente heeft een oppervlakte van ruim 13.840 hectare, waaronder zo'n 1.075 hectare in zee, bij Zeebrugge. De stad telt circa 118.000 inwoners; ongeveer 20.000 daarvan wonen in het centrum.
De economische betekenis van Brugge vloeit voornamelijk voort uit zijn zeehaven, Zeebrugge. Tevens is de stad een wereldberoemde toeristische trekpleister.
De eerste tekenen van leven op het huidig Brugse grondgebied stammen uit de 2e eeuw, toen er zich een Gallo-Romeinse nederzetting bevond. De naam van Brugge werd voor de eerste keer vermeld tussen 850 en 875. Tussen de 9e en 12e eeuw groeide de stad dankzij de belangrijke haven uit tot een internationaal handelscentrum. Even dreigde de haven in het gedrang te komen door de verzanding van het gebied tussen Brugge en de huidige kuststrook. Het ontstaan van het Zwin, de vaargeul tussen Brugge en de zee, in 1134 zorgde er voor dat de verbinding standhield.
In 1089 werd Brugge uitgeroepen tot 'hoofdstad' van het graafschap Vlaanderen en van de 13e tot de 15e eeuw kon Brugge beschouwd worden als de economische hoofdstad van Noordwest-Europa. Door zijn belang als handelscentrum zag in Brugge het eerste beursgebouw ter wereld het levenslicht.
De 14e eeuw mag de "Gouden Eeuw van Brugge" genoemd worden. In die tijd telde de stad 46.000 inwoners. De binnenstad kreeg een tweede stadswal waarvan tot op vandaag enkele poorten de tand des tijds hebben doorstaan. Het Bourgondische vorstenhuis had van Brugge haar residentiestad gemaakt en trok heel wat kunstenaars aan, waaronder schilders en architecten. Dit resulteerde in een enorme verrijking van de stad op bouwkundig, artistiek en cultureel vlak. Het monumentale stadhuis is hier een mooi voorbeeld van, maar ook heel wat indrukwekkende kerken en huizen stammen uit die periode.
De dood van Maria van Bourgondië in 1482 zorgde voor een keerpunt en al gauw trok het vorstenhuis zich uit de stad terug. Het einde van Brugge als internationale handelsmetropool was in zicht. Antwerpen nam gedurende een eeuw deze rol over en Brugge raakte volledig in verval.
Daarna volgden een Oostenrijks bewind, een Franse annexatie, een herenigd Nederland en de Belgische onafhankelijkhheid. Van 1600 tot 1885 behoorde Brugge tot de armste steden in de Nederlanden, waar de welvaart in het algemeen al zeer gering was. Ook de industriële revolutie bracht voor Brugge weinig verandering, want van industrialisatie was maar in beperkte mate sprake.
Uiteindelijk was het de roman "Bruges-la-Morte" van Georges Rodenbach, die de stad opnieuw onder de aandacht bracht. In het boek werd Brugge als verarmd maar mysterieus voorgesteld en dit zorgde voor een plotse ommekeer in de internationale belangstelling. Het historisch patrimonium werd herontdekt en de bouw van de zeehaven in Zeebrugge in 1896 zorgde ook op economisch vlak voor een heropleving. De tentoonstelling van de Vlaamse Primitieven in 1902 was het startschot voor de sterke culturele en toeristische ontwikkeling die de stad sindsdien kenmerkt.
Tijdens de twee wereldoorlogen bleef Brugge zo goed als volledig gespaard van vernielingen. In 1971 werd het grondgebied van de stad aanzienlijk uitgebreid door een fusie met de omliggende randgemeenten en in 2000 kwam de binnenstad op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO te staan. Tijdens het jaar 2002 werd Brugge tot culturele hoofdstad van Europa uitgeroepen.