George Smith bouwde in 1824 als eerste een distilleerderij in Upper Drumin in het Glenlivet district in de Speyside, Schotland. In 1849 werd een tweede distilleerderij opgericht; Cairngorm-Delnabo. In 1859 werd na een brand in de Upper Drumin distilleerderij de productie van beide distilleerderijen verplaatst naar de geheel nieuwe distilleerderij Mimmore. Rond deze zelfde tijd werd de juridische entiteit van George & J.G. Smith, Ltd opgericht.
George Smith overleed in 1871 en zijn zoon John Gordon Smith erfde de distilleerderij. Het succes van The Glenlivet zorgde ervoor dat andere distilleerderijen in de regio ook wilden meeliften. Zij hernoemden hun whiskies naar Glenlivet. J.G. Smith besloot hierop gerechtelijke stappen te ondernemen en probeerde de eigendomsrechten op de merknaam "The Glenlivet" te verkrijgen. Dit lukte echter maar deels. Alleen J.G. Smith en blender Andrew Usher mochten na de gerechtelijke uitspraak The Glenlivet als merknaam gebruiken, maar de andere distilleerderijen kregen het recht om Glenlivet aan de eigen merknaam toe te voegen. Zo ontstonden namen als The Glen Moray Glenlivet Distillery.
De distilleerderij bleef open tijdens de grote depressie en werd alleen tijdens WOII bij koninklijk besluit gesloten. De Glenlivet distilleerderij is in de naoorlogse periode uitgegroeid tot een van de grootste single malt distilleerderijen ter wereld. In de VS is The Glenlivet het op 1 na grootste merk, Wereldwijd is het het best verkopende single malt merk.
In 1953 werd de Glenlivet Distillery samengevoegd met de Glen Grant distilleerderij onder de naam The Glenlivet and Glen Grant Distillers, Ltd.
Het bedrijf werd vervolgens samengevoegd met Hill Thomson & Co., Ltd. en Longmorn-Glenlivet distilleerderijen, Ltd. in 1970 waarna de firmanaam werdt omgedoopt in Glenlivet Distillers Ltd.
Het bedrijf werd vervolgens gekocht door Canadese drankjes en media bedrijf Seagram in 1977. Dat op haar beurt werd overgenomen door Pernod Ricard en Diageo in 2000. The Glenlivet kwam in handen van Pernod Ricard. Glen Grant werd in 2005 verkocht aan de Campari groep.
De drie fundamentele elementen in de whisky-proces; bronwater, koperen ketels en eiken vaten zijn over de jaren heen (vrijwel) ongewijzigd gebleven en ook het vakmanschap is van generatie op generatie overgedragen.
Het merendeel van de productie van de distilleerderij wordt verkocht als single malt (6 miljoen flessen). De verdere productie wordt gebruikt in Pernod Ricard blended whisky merken.
De Glenlivet vermarkt een standaard range die bestaat uit:
- 12 y.o.
- 15 y.o. gerijpt op oud Frans eiken
- 16 y.o. Nàdurra cask strength
- 18 y.o.
- 21 y.o. Archive
- 25 y.o. XXV
De distilleerderij betrekt haar water uit Josie's Well en andere bronnen op korte afstand van de distilleerderij. De gerst wordt afgenomen bij Crisp Maltings, Portgordon.
De 4 ketels zijn lantaarn-vormig met een lange smalle hals.
De spirit wordt doorgaans gerijpt op Franse eiken ex-bourbon vaten, er zijn daarnaast rijpingen op ex-sherry en ex-port vaten.